Kinderspalk cmc roze

Indicaties: 
- artritis of duimblessure 
- standsafwijkingen gewrichten (arthrogryposis) 
- Spasticiteit 
- Neurologische of ontwikkelingsstoornissen 

De brace dient overdag gedragen te worden met periodes van rust, zonder brace. De huid kan hierdoor voldoende luchten en drogen. De brace biedt steun aan de basis van de duim en corrigeert de duimpositie. 

Bij neurologische of ontwikkelingsstoornissen: 
- Het corrigeren van de duimpositie tegenover de vingers (oppositie). De brace begeleid in dezelfde richting als de duimspier. 
- Het neopreen is dun en bedekt de palmzijde minimaal mogelijk. Het gebruikt van de hand is hierdoor makkelijker. 
- In combinatie met een lange strap kan de handpalm meer open gedraaid worden (supinatie). 

Maatvoering: van buitenste duimgewricht tot aan midden polsgewricht. 
maat 1: 4,1 - 4,6 cm. 
maat 2: 4,6 - 5,4 cm. 
maat 3: 5,4 - 6,2 cm. 
maat 4: 6,0 - 6,9 cm. 
maat 5: 6,6 - 7,5 cm. 
maat 6: 7,2 - 8,4 cm.

Aanpassen: 2 methoden 
Methode 1: na het aanpassen van de brace wordt de sling via de rug van de hand aangetrokken. De duim wordt hierdoor meer naar buiten en achteren gezet. Dit maakt het mogelijk dat het kind de duim beter kan gebruiken. Het klittenband wordt aan de palmzijde aan de duim bevestigd. 
Afbeelding methode 1: 
 
Methode 2: door gebruik van deze methode wordt een linkerhand brace voor de rechterhand toegepast en een rechterhand brace voor de linkerhand. Deze methode volgt dezelfde handleiding als de McKie splints. Na het aanpassen van de brace wordt de sling via de palmzijde van de hand aangetrokken. Het haakband wordt via de buitenkant van de duim een beetje omhoog naar de binnenzijde van de duim vastgezet. 
Afbeelding methode 2: 


Maatvoering: van buitenste duimgewricht tot aan midden polsgewricht. 
Dit komt overeen met het materiaal dat de brace de hand bedekt.
maat 1: 4,1 - 4,6 cm. 
maat 2: 4,6 - 5,4 cm. 
maat 3: 5,4 - 6,2 cm. 
maat 4: 6,0 - 6,9 cm. 
maat 5: 6,6 - 7,5 cm. 
maat 6: 7,2 - 8,4 cm.